De gemeenteraad heeft een aantal onderwerpen op een rij gezet die hij met extra aandacht wil volgen. Bijvoorbeeld omdat het een onderwerp is dat de raad politiek heel belangrijk vindt. Of omdat er bij het onderwerp financiële risico’s horen. Door extra aandacht voor deze onderwerpen te hebben kan de gemeenteraad snel zien of er afwijkingen zijn en of het nodig is om in te grijpen. Deze onderwerpen komen in dit hoofdstuk aan de orde.

1   Decentralisatie Wmo
We zijn op 1 januari 2015 begonnen met de uitvoering van de nieuwe taken. Dat betekende een forse uitbreiding van werk. We hebben gesprekken gevoerd met alle cliënten van wie de indicatie eindigde in 2015. Het is niet gelukt om op tijd een keukentafelgesprek te voeren met alle cliënten van wie het overgangsrecht eindigde op 31 december 2015. De gesprekken en het schrijven van plannen voor passende ondersteuning vragen meer tijd dan we hadden gedacht. Ook gebeurde het regelmatig dat cliënten hun afspraak op het laatste moment afzegden. Dat zorgde voor flinke vertraging. Alle cliënten die we voor 1 november 2015 nog niet hadden gesproken, hebben bericht gekregen dat hun indicatie is verlengd en dat zij nog een keukentafelgesprek krijgen.

Keukentafelgesprekken
Op basis van wat we tijdens de keukentafelgesprekken zien en horen, kijken we eerst wat de cliënt - eventueel met hulp van zijn netwerk - zelf kan doen. Daarna kijken we of preventie, informele zorg of algemene voorzieningen passend zijn. Pas als dat geen oplossing biedt, kiezen we voor individuele maatwerkvoorzieningen. We bieden natuurlijk meer hulp als dat nodig is, ook vanaf 2015. We leggen de afspraken over hulp vast in een ondersteuningsplan. Veel van de 2.200 nieuwe cliënten die vanuit de AWBZ in de Wmo kwamen, zagen er eerst een beetje tegenop om met de gemeente te moeten praten. Zij hadden het idee dat ze hun ondersteuning zouden verliezen. In de praktijk bleek dat mee te vallen.

Leren en aanpassen
We hebben in 2015 veel geleerd over de aard van de hulpvragen en de hulpbehoeften die daarbij horen. Dat gebruiken we om ons beleid en de uitvoeringsprocessen te verbeteren. We houden de gevolgen van ons beleid in de gaten en passen de inkoop van maatwerkvoorzieningen aan als dat nodig is. Zo zijn voor beschermd wonen in overleg met de aanbieders de tarieven aangepast. Ook nieuwe hulpvragers weten de weg naar het Wmo-loket goed te vinden. Het Wmo-loket kreeg meer telefoontjes en nieuwe aanvragen om hulp.

Meldpunt Sociaal
We hebben het Meldpunt Sociaal ingericht om fouten die er toch nog zijn snel op te lossen. Met het meldpunt kunnen we ook beleid, toegang en inkoop verbeteren. Op basis van het specifieke geval schakelen we snel tussen het Meldpunt en het Wmo-loket en lossen we het probleem op.

Geld
We konden de kosten opvangen binnen het budget dat we daarvoor hadden.

2   Decentralisatie Jeugdzorg
Wij hebben de indruk dat de decentralisatie van Jeugdzorgtaken naar onze gemeente per 1 januari 2015 redelijk goed is verlopen. Inwoners weten het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) goed te vinden voor vragen over opvoeden en opgroeien. Per 1 januari 2015 is het CJG de toegangspoort naar jeugdzorg. We hebben onze dienstverlening op orde. Dat maken we op uit de gesprekken die we hebben met cliënten, de cijfers over de dienstverlening van het CJG en het (beperkte) aantal klachten en bezwaren. Het is wel belangrijk dat we de resultaten blijven monitoren om ook over langere termijn te bewaken dat iedereen de juiste zorg krijgt.
De werkdruk in de vier CJG’s is hoog door de nieuwe manier van werken en het nieuwe werkveld. We hebben met meer dan 200 zorgaanbieders raamcontracten gesloten over de zorg die we inzetten. We gaan verder met het optimaliseren van onze werkprocessen.

Geld en acties
Op het budget van € 42 miljoen voor de jeugdzorg gaven wij ongeveer € 0,4 miljoen minder uit dan begroot. Dat is overigens geen luxe, gelet op het feit dat het budget in 2016 weer € 4 miljoen lager is. We sturen op drie manieren bij. We doen ons best om te zorgen voor kwalitatief goede en brede preventiemogelijkheden. Daarnaast investeren we in een goede toegang via het CJG en een goede samenwerking met (huis)artsen. Als derde proberen we de zorg scherp in te kopen en de kwaliteit van de zorg verder te verbeteren.

3   Decentralisatie Participatiewet
We hebben de Participatiewet op tijd kunnen implementeren. Daardoor konden we in 2015 de bestaande en nieuwe doelgroep de diensten verlenen die zij nodig hebben. Het aantal mensen met een arbeidsbeperking dat in 2015 een beroep deed op de Participatiewet, was een stuk minder dan het Rijk had verwacht. We zien dat ook in andere gemeenten.

Risico en acties
We kunnen niet voorspellen hoeveel mensen daadwerkelijk een beroep doen op de Participatiewet. En wat de gevolgen daarvan zijn op het financiële resultaat. We zorgen er in ieder geval voor dat we bij de dienstverlening binnen het budget blijven. Verder houden we heel goed in de gaten hoeveel mensen een beroep doen op de Participatiewet, welke dienstverlening we daarvoor moeten aanbieden en wat de uitgaven daarvoor zijn.

Geld
We hebben alle werkzaamheden uitgevoerd binnen het budget dat we daarvoor hadden gekregen.

4   Sociaal vangnet
Voor een aantal regelingen binnen het Sociaal Vangnet geldt dat meer of minder mensen er een beroep op deden dan we hadden gedacht. Zo was bijvoorbeeld het aantal deelnemers aan de Collectieve Aanvullende Zorgverzekering (CAZ) minder dan waarmee we rekening hadden gehouden. Er deden ook minder mensen een beroep op de Individuele Inkomenstoeslag. Voor de Bijzondere Bijstand hebben we juist meer uitgegeven, vooral voor extern beschermingsbewind en het inrichten van woningen van statushouders.

Geld en risico
Het was lastig om vooraf een inschatting te maken van het aantal mensen dat een beroep op de regelingen zou doen. Dat kwam omdat verschillende regelingen en de inkomensgrenzen nog werden aangepast. Uiteindelijk hebben we ongeveer € 0,7 miljoen minder uitgegeven dan we hadden begroot.
Veel regelingen binnen het Sociaal Vangnet hebben een open einde. We hebben daarom geen invloed op de uitgaven. Het gebruik van het Sociaal Vangnet kan dus toenemen. Die kans bestaat vooral voor de kosten die we vergoeden voor extern Beschermingsbewind en de kosten voor huisvesting van meer statushouders. We zien een toename van het aantal deelnemers aan de CAZ in 2016. Dat komt onder meer doordat we die vaak onder de aandacht hebben gebracht. Deze ontwikkelingen kunnen leiden tot een tekort op het Sociaal Vangnet in 2016.

5   Vastgoed en grond
We hebben in 2015 56 panden en de ondergrond van 3 eigendommen verkocht. De verkopen brachten ongeveer € 10 miljoen op. Na aftrek van boekwaarde blijft een resultaat over van ongeveer € 4 miljoen. Daarnaast hebben we 9 panden verkocht onder voorbehoud. In deze cijfers zit ook de verkoop van bijna ons hele oneigenlijk woningbezit van 39 woningen.

Geld en risico
Met deze verkopen hebben we onze financiële taakstellingen voor het vastgoed voor 2015 gerealiseerd. We hadden daarbij een structureel voordeel van € 0,1 miljoen. Er speelden nog wel twee vragen.

  • Kunnen we sneller dan gepland) onze kernportefeuille verkleinen met ongeveer 80 panden?
    Wij denken van niet. We hebben in 2015 wel ongeveer 50 panden verkocht, maar het is onzeker hoeveel panden we in 2016 kunnen verkopen. Daarmee blijft er een risico dat we het niet redden ons bezit aan vastgoed sneller te verkleinen zoals we willen. Verder zien we dat het (erg) ingewikkeld is om vooral maatschappelijk vastgoed te verkopen, omdat daarbij veel verschillende belangen spelen.
  • Is de taakstelling voor de verkoop van vastgoed haalbaar?
    Wij denken van wel. Volgens ons is er de komende jaren (bijna) geen risico dat we de taakstelling niet halen. Daarbij kijken we naar het aantal en de opbrengsten van de verkopen in 2015 en de vermindering van de financiële taakstelling in 2014.

We blijven steeds proberen op een effectieve manier vastgoed te verkopen. Daarbij bieden we eerst vastgoed te koop aan waarvan we denken dat we het makkelijk kunnen verkopen. Onder meer omdat het vastgoed goed in de markt ligt, een lage boekwaarde heeft of leegstaat.

6   Economie
We hebben in 2015 acties en planning bepaald voor uitvoering van het programma ‘Ondernemende Stad’. De acties gelden voor de drie programmalijnen arbeidsmarktbeleid, economie en hoger onderwijs. De acties lopen door tot 2020. Een van de acties is samenwerking met de Cleantech regio. Daar ligt in 2016 vooral onze aandacht. We hebben geen budget voor dit programma als totaal. We hebben wel budget voor enkele acties die onder het programma vallen. Met dit programma willen we onze veelzijdige, innovatieve economie ondersteunen.

7   Binnenstad
We hebben het Uitvoeringsprogramma binnenstad Apeldoorn 2014-2015 bijna helemaal uitgevoerd. We hebben daarvoor geld gebruikt dat we van de provincie kregen. Met dat geld hebben we de gevels van acht panden in historische staat teruggebracht. Verder hebben we de bestrating en verlichting en het straatmeubilair vernieuwd. We hebben projecten uitgevoerd om de binnenstad groener te maken. Een van die projecten is het tijdelijke park Haven-Centrum. Een ander project is het planten van bomen in de binnenstad, met grondspots eromheen die voor sfeerverlichting zorgen. De binnenstad is er zichtbaar door opgeknapt. Terecht, want het is belangrijk dit gebied aantrekkelijk te houden voor bewoners, bedrijven en bezoekers.
We hebben ook nog nieuwe stallingssystemen geïnstalleerd voor het parkeren van fietsen. En een begin gemaakt met betere bewegwijzering. Vanuit het Stadslab ontstonden initiatieven voor aanleg van meer groen, zoals de aanleg van een binnentuin, gevelbegroeiing en de inrichting van braakliggende terreintjes. Tijdens het Street Art Festival hebben (inter)nationale kunstenaars grote muurschilderingen gemaakt in en om het Havenpark. We hebben definitief besloten de locatie Marktstraat-Beekstraat niet als een totaal gebied opnieuw te ontwikkelen.
De binnenstad heeft ook een eigen website gekregen: www.apeldoorn-binnenstad.nl.

8   Toeristische ontwikkeling
We hebben het strategische doel ‘versterken van het toeristisch toplandschap’ uitgewerkt in een programma ‘Welkom in Apeldoorn’. Daarvoor hebben we in 2015 gesproken met het toeristische bedrijfsleven. We komen in 2016 met een uitvoeringsprogramma. Vanaf 1 januari 2015 is VisitVeluwe begonnen met de toeristische marketing en promotie van de Veluwe. Apeldoorn en veel andere Veluwse gemeenten hadden eind 2014 VisitVeluwe gekozen als organisatie voor de toeristische marketing van de regio. Binnen onze gemeenten geven de VVV informatiepunten in de binnenstad, Hoenderloo en Beekbergen toeristische informatie. Veel informatie is ook te vinden via uitinapeldoorn.nl en vvvapeldoorn.nl. Verder zijn er lokale initiatieven gestart, zoals Apeldoorn ambassadeurs en Cityhosts. Hiermee wordt de informatievoorziening aan bezoekers van onze gemeente nog beter.

We werken ook aan citymarketing, evenementenbeleid en topsportbeleid om zo invulling te geven aan de strategische ambitie voor het toeristisch toplandschap.

De 8 onderwerpen in schema

In het schema hieronder ziet u deze onderwerpen nog eens in een overzicht met een score voor afwijkingen en risico.

Bestuurlijk relevant project of activiteit

Daadwerkelijke afwijking of bijstelling kader

Toekomst

Prestatie

Tijd

Geld

Risico

3 D’s

1. Decentralisatie Wmo/zorg

groen

groen

groen

oranje

2. Decentralisatie Jeugdzorg

groen

groen

groen

oranje

3. Decentralisatie Participatiewet

groen

groen

groen

groen

4. Sociaal vangnet

groen

groen

oranje

oranje

Uit voorstel MPB 2014:

5. Vastgoed en grond*

Afgeleid van de 3 strategische doelen van de gemeente

6. Economie (veelzijdig ondernemen, inclusief innovatie en duurzaamheid)

groen

groen

groen

groen

7. Binnenstad

groen

groen

oranje

oranje

8. Toeristische ontwikkeling

groen

groen

groen

groen

* Over Vastgoed en Grond leggen we apart verantwoording af in het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties.

Groen betekent: ligt op koers
Oranje betekent: vraagt aandacht
Rood betekent: het is een probleem