Dit is de stand van de voorzieningen per 31 december 2015:
(bedragen x € 1.000) | 31-12-2015 | 31-12-2014 | Mutatie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
08 | Voorzieningen | |||||||
08.1 | Voorzieningen | 23.547 | 13.515 | 10.032 | ||||
Totaal Voorzieningen | 23.547 | 13.515 | 10.032 |
Mutaties
Een totaaloverzicht van alle veranderingen bij de voorzieningen staat in bijlage A.
Voorziening wijkzaken (toename € 32.000)
We hebben deze voorziening ingesteld ter dekking van kosten voor specifieke wijkontwikkelingsprojecten die zijn toegezegd aan de wijkraden. De toevoegingen aan de voorziening vinden plaats op basis van toegezegde wijkontwikkelingsprojecten die bekostigd worden uit het budget fysiek wijkbeheer en die ultimo het boekjaar nog niet besteed zijn. De onttrekkingen vinden plaats op basis van facturen of interne verrekeningen die betrekking hebben op de in voorgaande jaren aan de voorziening toegevoegde gelden voor wijkontwikkelingsprojecten.
Voorziening gebiedsgericht waterbeheer (toename € 174.000)
Deze voorziening is bestemd voor de kosten die verband houden met de uitvoering van gebiedsgericht grondwaterbeheer. De voorziening wordt gevormd door het storten van afkoopsommen die worden ontvangen van eigenaren van vervuilde grondwaterpluimen. Zij kopen hiermee de eigen saneringsplicht af. De gelden worden gebruikt voor beheer en onderhoud van een monitoringssysteem en eventuele extra saneringsmaatregelen. Verlies voor het warmtebedrijf Parelhoender wordt hier ook uit betaald (en winst toegevoegd).
VVoorziening riolering (afname € 204.000)
De voorziening is volgens de nieuwe BBV voorschriften in 2014 ingesteld om te voorzien in kosten voor voorziening en groot onderhoud (spaarvoorziening (artikel 44.2). Op grond van het gemeentelijk rioleringsplan wordt jaarlijks een storting gedaan. Jaarlijks worden de werkelijke kosten voor onderhoud en vervanging onttrokken uit de voorziening. Bij de beginbalans is de reserve riolering toegevoegd aan deze voorziening.
Voorziening topsport (afname € 250.000)
De voorziening is getroffen ter dekking van de kosten die noodzakelijk waren om het evenement WK Beachvolleybal, waaraan de gemeente Apeldoorn zich eerder al aan had gecommitteerd. Het evenement is in 2015 gerealiseerd.
Voorziening onderhoud stadhuis (afname € 2,1 miljoen)
Er is een meerjaren onderhoudsplan (MJOP) waarin de uitgaven voor de instandhouding van het Stadhuis meerjarig zijn opgenomen. De voorziening is ter dekking van deze toekomstige uitgaven voor groot onderhoud. Het periodieke onderhoud maakt onderdeel uit van de reguliere exploitatie en wordt niet gedekt uit deze voorziening.
Anticiperend op het ‘Huis van de Stad’ zijn investeringen on-hold gezet en is er sprake van een sober onderhoudsniveau. Verwachting is dat het huidige MJOP behoorlijk van kleur verschiet bij besluitvorming omtrent de toekomstbestendige organisatie.
Door het on-hold zetten van het groot onderhoud en investeringen wordt het onderhoud re-actief uitgevoerd en er wordt niet meer pro-actief gestuurd aan de hand van de MJOP.
Het uitstellen van (groot)onderhoud heeft het omslagpunt bereikt. Het reguliere onderhoud dat uit de exploitatie betaald wordt is dusdanig toegenomen, dat het tot een financieel nadeel gaat leiden in de komende jaren.
Door de voorgenoemde besluiten voldoet de voorziening volgens het BBV niet meer aan de vereisten, daarom is deze voorziening omgezet naar een reserve.
Voorziening zaken onder de rechter (toename € 10.0021.000)
De zaak waarvoor die in 2014 was voorzien, is afgewikkeld bij de rechtbank. Er wordt nog wel een hoger beroep bij de Raad van State ingesteld, maar het is niet de verwachting dat daar nog aanvullende kosten uit voortvloeien. De kosten die door de gemeente betaald moesten worden zijn betaald. Daarmee is dat deel van de voorziening niet meer nodig en is vrijgevallen ten gunste van het resultaat (€ 393.000).
In 2015 is het besluit genomen om tot het heffing van precario bij nutsbedrijven over te gaan. In 2014 zijn de aanslagen over het heffingsjaar 2011 opgelegd en in 2015 zijn de aanslagen over de heffingsjaren 2012 tot en met 2014. Tegen de opgelegde aanslagen is bezwaar gemaakt. Deze problematiek speelt ook landelijk en er ligt een casus voor bij de Hoge Raad. Ondanks dat bezwaar is gemaakt zijn de opgelegde aanslagen wel voldaan. De aanslagen over 2015 worden in 2016 opgelegd.
De precario opbrengsten over de jaren 2011 tot en met 2015, in totaal € 16,5 miljoen, zijn volledig voorzien omdat nog niet duidelijk is of de bezwaren gegrond worden verklaard. In totaal is € 10,4 miljoen gepresenteerd als voorziening zaken onder de rechter en € 6,1 miljoen inzake 2015 is in mindering gebracht op het debiteurensaldo.
Voorziening frictiekosten (afname € 1,4 miljoen)
De voorziening frictiekosten is bij de reorganisatie 2013 en bij het opmaken van de MPB 2013 – 2016 door de Raad ingesteld. De voorziening is een aantal jaren gevuld conform afspraken. De voorziening is om het verloop van de mensen die boventallig zijn geworden te ondersteunen, te betalen en te begeleiden van werk naar werk. De hoogte van de voorziening wordt door een aantal posten bepaald, namelijk de mobiliteitsbevorderende maatregelen, de WW-lasten en loonkosten waar tegenover geen arbeid staat.
De voorziening frictiekosten is gemaximeerd op € 4.038.000 (Mobiliteitsbevorderende maatregelen HPK-ers, niet HPK-ers, WW-lasten en loonkosten waar tegenover geen arbeid staat). De voorziening is op 31 december 2015 € 4.338.000, dit is € 300.000 hoger dan toegestaan. Aangezien we in de jaren 2017 en 2018 negatief uitkomen is dit bedrag nodig voor kosten in deze jaren en heeft om deze reden geen vrijval plaatsgevonden.
Technisch gezien voldeed deze voorziening niet geheel aan de BBV-vereisten, daarom is € 2,3 miljoen uit deze voorziening omgezet naar een reserve.
Voorziening bovenwijks / sociaal deficiet / landschapsversterking (afname € 436.000)
De voorziening is het gevolg van anterieure contracten die de gemeente met de externe partijen heeft gesloten. Deze overeenkomsten, ook wel AC-overeenkomsten genoemd, zijn ontstaan na verruiming van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) in 2008. Deze wet biedt gemeenten de mogelijkheid om kosten in het domein van de ruimtelijke ordening te verhalen op (private) ontwikkelaars. Dit kostenverhaal kan geschieden via het grondbeleid dat de gemeente sinds 2012 heeft vastgesteld voor bijdragen in bovenwijkse voorzieningen, bijdrage sociaal deficiet en bijdrage landschapsversterking. Een andere mogelijkheid is kostenverhaal via een anterieure overeenkomst.
In de voorziening worden overeengekomen bijdragen met externe partijen gestort en onttrekkingen houden verband met de kosten voor bovenwijkse voorzieningen die door de gemeente worden gemaakt.
Voorziening schenking kinderboerderij (toename € 264.000)
Bij beëindiging van de activiteiten van de Stichting Vrienden van de Kinderboerderijen Apeldoorn, in 2006, heeft de Gemeente € 250.000 ontvangen voor het oprichten van een nieuwe kinderboerderij. Alsmede voor projecten en/of investeringen die rechtstreeks of zijdelings verband houden met de bestaande kinderboerderijen. Jaarlijks wordt ten laste van de algemene middelen een dotatie gedaan voor inflatie correctie, zoals in het college-/ raadsvoorstel vastgesteld.
Met ingang van de jaarrekening 2015 is deze post opgenomen onder de voorzieningen omdat de gemeente een bestedingsverplichting heeft ten aanzien van de ontvangen gelden. In 2014 is deze post opgenomen onder de kortlopende schulden.
Voorziening onderhoud vastgoedbedrijf Apeldoorn (toename € 309.000)
In kader van project professionalisering vastgoed “Vastgoed onder één dak” is op 7 januari 2010 door de raad de ‘Vastgoednota Vastgoedbedrijf Apeldoorn’ vastgesteld. Onderdeel hiervan was de instelling van een onderhoudsvoorziening teneinde te kunnen garanderen dat er voldoende financiële middelen zijn voor de instandhouding (onderhoud) van het gemeentelijk vastgoed. Deze garantie geldt voor zowel eigen huisvesting als voor huurders die deze middelen ook hebben ingebracht via de huur. Vanuit de huurwetgeving is de gemeente verplicht om het instandhoudingsonderhoud te garanderen.
Op 11 november 2010 heeft de raad het besluit genomen om een onderhoudsvoorziening in te stellen.
Op 23 december 2010 heeft B&W ingestemd om voor al het structurele bezit een conditiescore aan te houden van niveau 3.
De onderwijsgebouwen worden niet beschouwd. De verantwoordelijkheid met betrekking tot het onderhoud van deze panden ligt wettelijk gezien bij de schoolbesturen. De gemeentelijke kaders met betrekking tot onderhoud van deze panden kunnen daarom niet opgelegd worden aan de schoolbesturen. Bij overdracht van het onderwijspand van schoolbestuur naar gemeente wordt het pand opgenomen in het vastgoedbestand Onderwijshuisvesting. De gemeente is als interne eigenaar van dit vastgoed zelf verantwoordelijk voor het onderhoud van deze panden.
Voor wat betreft Omnisport, CODA, Orpheus en Accres is het eigenarenonderhoud belegd bij de huurder, die hiervoor via de gemeente een subsidie ontvangt. In kader van het project ‘Vastgoed in één hand’ wordt momenteel onderzocht of het eigenarenonderhoud van dit vastgoed overgebracht kan worden naar het gemeentelijk Vastgoedbedrijf. Met CODA is overeengekomen dat het onderhoud wordt overgebracht. Hiervoor heeft de gemeente in 2015 een voorziening van € 1,4 miljoen opgenomen.
Voor het bepalen van de omvang van de voorziening zijn de door het Vastgoedbedrijf opgestelde MJOP’s (beheerplannen) de basis. Vanuit deze MJOP’s wordt de splitsing gemaakt in exploitatie-onderhoud (direct ten laste van exploitatie) en voorziening onderhoud (ten laste van de voorziening).
Voor panden zonder MJOP’s wordt al het onderhoud direct ten laste van exploitatie gebracht. Dit betreft bijvoorbeeld de panden in de verkoopportefeuille en de sportveldenaccomodaties en landgoederen. Hiervoor dient eerst een toekomstplan vastgesteld te worden. Bij langdurig behoud zullen ook voor deze panden MJOP’s worden opgesteld.
De voorziening wordt jaarlijks gevoed met een storting, welke berekend wordt vanuit de doorrekening MJOP voor het onderdeel voorziening onderhoud. De doorlooptijd van de MJOP’s is 20 jaar. De niet-verrekenbare BTW wordt op basis van de verschillende vastgoedportefeuilles extracomptabel berekend en meegenomen in de doorrekening van de voorziening.
Jaarlijks wordt het MJOP geïndexeerd met de bouwindex (BDB-index).