Renterisico over de vlottende schuld
De kasgeldlimiet bepaalt voor hoeveel gemeenten maximaal kortlopende leningen mogen aangaan. Kortlopende leningen zijn leningen van korter dan 1 jaar. Het maximum wordt volgens de Wet FiDO berekend op basis van een vast percentage (8,5%) van het begrotingstotaal per 1 januari. Voor 2015 hadden we de kasgeldlimiet berekend op bijna € 52,7 miljoen.
Zolang de korte rente lager is dan de rente voor langere looptijden proberen wij de kasgeldlimiet optimaal te gebruiken. De Treasurycommissie heeft spelregels opgesteld voor het moment waarop we korte schuld omzetten in lange schuld (consolideren). Daarbij spelen de rentevisie en de liquiditeitsprognose natuurlijk een belangrijke rol.

Kasgeldlimiet

Kwartaal

(bedragen in mln euro's)

1

2

3

4

Netto vlottende schuld (+)/vlottende middelen

54.806

31.959

36.606

30.344

Kasgeldlimiet

52.665

52.665

52.665

52.665

Ruimte onder limiet

-2.141

20.706

16.059

22.321

De kasgeldlimiet kwam in het eerste kwartaal iets boven het maximum uit. Dat mag binnen de regels van de Wet Fido. In de andere kwartalen zijn we ruim onder het maximum gebleven dankzij belastingontvangsten, grond- en vastgoedverkopen en vertraging in besteding van gelden binnen het sociaal domein.

Renterisico over de vaste schuld
Voor het renterisico over het begrotingstotaal geldt een wettelijke norm van maximaal 20% per jaar. Dat houdt in dat we in een jaar niet meer dan 20% van het totaal van de begroting mogen herfinancieren door aflossingen of renteherzieningen. Het rijk heeft die norm ingesteld om te zorgen dat de rentelast over de jaren een beetje stabiel is. In het overzicht hieronder ziet u gegevens over de renterisiconorm voor onze gemeente voor de jaren 2015-2019.

Renterisiconorm

Begroot

Realisatie

Begroot

(bedragen x € 1 mln)

2015

2015

2016

2017

2018

2019

- maximaal renterisico op vaste schuld

72,6

30,0

70,4

55,8

71,1

71,1

- renterisiconorm

123,9

123,9

119,3

119,3

119,3

119,3

Ruimte onder de limiet

51,3

93,9

48,9

63,5

48,2

48,2

In dit overzicht ziet u dat we in 2015 niet boven de renterisiconorm zijn uitgekomen. Op basis van de doorrekening voor de jaren daarna verwachten we dat we er ook dan niet bovenuit komen. Behalve naar de renterisiconorm kijken we natuurlijk ook naar de meerjarige financieringsbehoefte. Daar stemmen we de looptijd van nieuwe geldleningen op af.

Voor 2016 hebben we voor € 65 miljoen aan nieuwe leningen begroot. Dat bedrag hebben we vooral nodig voor herfinanciering van bestaande leningen.