2015 was een bijzonder turbulent jaar. In maart is de Europese Centrale Bank (ECB) overgegaan op een heel ruim monetair beleid. Sinds die tijd koopt de ECB elke maand € 60 miljard aan (staats)leningen op om banken meer lucht te geven en de rente verder te drukken. Dit leidde ertoe dat de 10-jaarrente in april daalde tot iets onder de 0,6%. De 10-jaarrente is gebaseerd op een renteruilcontract met aflossing ineens aan het einde van de looptijd. Daarna kregen we te maken met alle onrust rond Griekenland, wat ervoor zorgde dat de rente in korte tijd verdubbelde naar ongeveer 1,2%. Uiteindelijk heeft Europa met Griekenland afspraken kunnen maken en bleef Griekenland in de Eurozone. In de tussentijd bleek de Amerikaanse economie het redelijk goed te doen, waardoor een renteverhoging daar steeds waarschijnlijker werd. Uiteindelijk is de rente in Amerika in december inderdaad voor eerst in bijna 10 jaar met 0,25% verhoogd. In de tweede helft van het jaar bleek de economie in China en andere opkomende markten veel minder sterk dan gedacht. Dat heeft ook gevolgen voor de Europese economie. Dit veroorzaakte enorme onrust op de financiële markten, wat voor de ECB aanleiding was om in december de depositorente verder te verlagen naar 0,3% negatief. De verwachting is nu dat we verdere maatregelen door de ECB niet kunnen uitsluiten. Dat kan onder meer een verdere renteverlaging zijn. Wij hielden rekening met een korte rente van 0 tot een 0,5%, maar uiteindelijk hebben we geleend tegen gemiddeld bijna 0,16% negatief. We gaan ook voor het hele jaar 2016 uit van een negatieve rente voor onze korte leningen.
De 10-jaarsrente stond eind 2015 op 1,0% en begin 2015 op 0,82%. In onze begroting voor 2015 hebben we gerekend met een rente tussen de 1,5% en 2,0%. Wij verwachten nu voor 2016 een bandbreedte van 0,6% tot 1,3% voor de 10-jaarsrente.
De kans blijft natuurlijk dat de rente in 2016 anders uitpakt. Een afwijking van 1% op de kort lopende financiering betekent ongeveer € 500.000 resultaat op het product Rente & Financiering.
Sinds 2013 is Schatkistbankieren ingevoerd als onderdeel van de Wet Financiering Decentrale Overheden (FiDO). Kort samengevat houdt dit in dat gemeenten overtollige liquide middelen bij de schatkist van het rijk moeten stallen. In deze jaarrekening hebben we in Bijlage K (Treasury) een tabel opgenomen over dit onderwerp. Daarin staat dat wij dat hebben gedaan binnen de bandbreedtes van de Wet FiDO.
In 2014 is de Wet Houdbare Overheidsfinanciën in werking getreden. In deze paragraaf vindt u apart informatie over het resultaat van de houdbaarheidstest van onze gemeentefinanciën. De VNG heeft die test over de schuldensituatie ontwikkeld in het kader van die wet. De commissie-Depla heeft daarnaast diverse kengetallen ontwikkeld die iets zeggen over de financiële situatie van een gemeente. Met ingang van de jaarrekening 2014 rapporteren we hierover.